De plek die me altijd zal bij blijven is een deel van het eiland Koh Rong Sanloem in Cambodja. De helft van het eiland bestaat uit een adembenemende blauwe oase, waar rijke backpackers komen om drie dagen van de rust en de afgelegenheid te genieten. Maar ik boekte per ongeluk een guesthouse aan de andere kant van het eiland. En hier zie je niets terug van de rustgevende baai.
Op naar Koh Rong Sanloem
Als onwetende backpacker boekte ik een dag van tevoren online een guesthouse en een bootticket vanuit Sihanoukville. Met een krakkemikkige boot die thuis niet door de keuring zou komen dobberden een groep westerlingen naar de eilanden Koh Rong Sanloem. Na anderhalf uur voer de boot een baai in die mooier is dan wat je ooit kon dromen. Het water was turquoise, het strand witter dan de tanden van Gerard Joling en pittoreske hutjes stonden schattig naast elkaar op het strand. Ik kon niet geloven dat ik hier twee nachten door mocht brengen. Adembenemend. Maar, mijn guesthouse was hier niet te bekennen.
Na een oververhitte wandeling over het zachte, goddelijke strand en wat gesprekjes met Australiërs die bij de duikschool werkten kwam ik tot de conclusie: ik slaap op een ander deel van het eiland. Een plek waar geen wegen naar toe leiden. Geen boot. Geen wandelroute. Een van de heren van de duikschool kwam er na zijn werkdag langs. Hij bood aan mij af te zetten op de desbetreffende pier.
Benieuwd naar wat mij te wachten stond stapte ik 3 uur later het kleine motorbootje in. Terwijl de zon langzaam naar beneden zakte maakte wij een boottocht van 45 minuten rondom Koh Rong Sanloem
De andere kant van het eiland
Toen de boot de kustlijn naderde en de baai in zicht kwam zakte mijn hart in mijn schoenen: “wat is dit voor plek?” Een lange, gehavende houten pier strak zich uit naar een dorpje met welgeteld 10 hutjes. In een van de hutten naast de pier loeide knetterhard karaoke muziek en een toondove Cambodjaan zong enthousiast mee. Er waren meer honden dan mensen te zien. De straat was geen straat, maar een open plek van zand. Het stonk er naar rotterd afval, wat geen verbazing was omdat er allemaal plastic op het strand lag en in het water dobberde.
Ik begon bij een blauwe oase. Nu ben ik in een aftands dorp zonder wifi, stinkende zwerfhonden en een bruin strand vol met afval. Ik deelde mijn bungalow met kakkerlakken en spinnen zo groot als mijn hand. Extra vervelend als het licht uitgaat na 10 uur en je niet weet welk beest zich waar bevindt..
Wat ik ervan leerde
Ook al viel dit deel van het eiland zeer tegen en was het niet foto-waardig, het liet mij inzien dat achter elke mooie plek hardwerkende locals zich uitsloven om het de westerling naar hun zin te maken. Dit was de keerzijde van een derde wereld vakantieland en deze ervaring heeft er voor gezorgd dat ik Azië des te meer waardeer.
No Comments Found